BLIJ dat ik Leef! – Onze trukendoos doet wonderen

 
Onze trukendoos doet wonderen

Artikel uit Het Nieuwsblad van 24-11-04

 
Sandra en Jean-Pierre voeden zelf hun vier autistische kinderen op.

  GENT ,,Je kind vermoorden omdat het mentaal gehandicapt is, da’s toch echt het allerlaatste. Als je het als moeder niet aankunt, dan zijn er toch andere mogelijkheden?” Sandra Petit en haar man Jean-Pierre Bauwens uit Gent hebben vier mentaal gehandicapte kinderen die zij allemaal zelf thuis opvoeden. ,,Wij zijn daar dag en nacht mee bezig, maar zouden het niet anders willen.” door Geert NEYT

  “Wat is het belangrijkste in je leven: je huis of je kinderen? Wij piekeren daar al lang niet meer over.”

  Moeder Sandra

  In een eenvoudig rijhuis in de Gentse sociale woonwijk Malem leeft een uniek gezin. Vader Jean-Pierre, moeder Sandra, zeven kinderen en de hond. Van de kinderen zijn alleen Jean-Pierre junior (16), Johnny (12) en de jongste Justine (6) gezond. Jean-Claude (9), Johan (8) en de tweeling Jennifer en Jessica (7) lijden aan een ernstige vorm van kernautisme en zijn daarnaast ook mentaal gehandicapt. Maar medelijden is het laatste wat Jean-Pierre en Sandra willen en nodig hebben.

Sandra: ,,Natuurlijk hadden wij liever geen gehandicapte kinderen op de wereld gezet. Maar toen ontdekt werd dat Jean-Claude autistisch was, was ik al zwanger van mijn jongste. Dan moet je verder, hé. Wij hebben nooit overwogen om ze in een instelling te plaatsen. Ik was zelf een ongewenst kind en ik heb gezworen om het absoluut anders te doen dan mijn moeder.

Mijn kinderen zijn welkom. Als vader en moeder hebben wij met vallen en opstaan geleerd hoe wij onze gehandicapte kinderen moeten aanpakken om ze zo gelukkig mogelijk te maken.”

Het toverwoord is aanpassen. ,,Met een ‘gewone’ opvoeding komen wij nergens”, zegt Jean-Pierre. Daar krijgen wij meteen zelf een staaltje van te zien. Zodra Jennifer, een van de tweelingmeisjes, ons ziet binnenkomen, wurmt ze zich in een kastje onder de televisie en sluit de deuren. ,,Dat doet zij bij iedere vreemde”, zegt Sandra geruststellend. ,,In het begin probeerden wij haar uit de kast te trekken, maar wat schiet je op met een hysterisch kind?”

  Zusje Jessica speelt onverstoorbaar verder op de computer. Honderd keer hetzelfde spelletje na elkaar. ,,Is het spel te moeilijk, dan wordt zij agressief. Dit computerscherm is dan ook al het derde”, lacht Jean-Pierre.

  ,,Ik gooi ook met de spaghetti”

Het tweede toverwoord is ‘relativeren’. Jean-Pierre toont ons de verfresten op zijn handen. ,,Iedere week moet ik wel ergens in huis het behang oververven. De spaghetti belandt even vaak tegen de muur als in hun mond.” Moet hij zich dan niet beheersen om uit te vliegen? Jean-Pierre lacht luid: ,,Maar neen. Dan smijt ik zelf mee! Ik moet het toch afkuisen.”

  Sandra: ,,Je moet je afvragen wat het belangrijkste is: je huis of je kinderen. Wij piekeren daar al lang niet meer over.”

Het gezin heeft door de jaren heen een hele trukendoos ontwikkeld om lastige situaties te ontmijnen.

  Lege cadeautjes

  Eetborden worden met klitband aan tafel bevestigd. Planten in huis vind je er niet omdat Jean-Claude er steevast in plaste nadat hij mama water had zien gieten in de potten. De gezonde broers en zus weten dat zij hun boekentas niet in de gang kunnen laten staan omdat de kans dan groot is dat hun leerboeken een uurtje later in versnipperde toestand op de vloer liggen. ,,Ik slaap ook al negen jaar niet meer bij mijn vrouw”, zegt Jean-Pierre, ,,omdat Jean-Claude iedere nacht komt voelen of ik er nog ben.” Jean-Pierre: ,,Behalve Jean-Claude, die het verstand heeft van een peuter van zes maanden en geen enkel besef heeft van de buitenwereld, gaan de drie andere autistische kinderen naar een gewone school. Sinds wij elk een persoonlijk assistentiebudget hebben over twee kinderen, heb ik mijn werk als chauffeur kunnen opgeven en gaan wij iedere dag mee naar school. Wij zitten niet zelf in de klas maar als er een probleem is, kunnen wij dat meteen opvangen. De andere kindjes van het eerste leerjaar leren zo dat gehandicapte kinderen er soms heel gewoon uitzien. Ook Jean-Claude en Johan worden aanvaard door hun omgeving. Zij gaan mee naar elke training van grote broer Jean-Pierre junior (16), een veelbelovend bokstalent. ,,Dat niemand nog opkijkt van mijn autistische zoons, doet deugd”, zegt vader Jean-Pierre.

Vroeger had moeder Sandra het wel moeilijk om met haar gehandicapte kinderen buiten te komen. ,,Ik wachtte tot het donker was. Omdat je aan het uiterlijk van de meisjes niks ziet, krijgen wij met veel onbegrip af te rekenen. ,,Als wij nog maar eens door het warenhuis moeten crossen achter onze kinderen, hoor je omstaanders wel eens zeggen: ‘Ze zouden dat kind beter een goeie rammeling geven’. Maar moet ik daarom mijn kinderen opsluiten? Hebben zij niet evenveel recht om de buitenwereld te leren kennen als andere kinderen? Nu kan het me niet meer schelen wat anderen denken.”

  ,,Wij zijn blij dat wij zelf voor onze kinderen kunnen zorgen”, zegt Sandra. ,,En het kost de maatschappij veel minder dan als zij in een instelling zouden zitten. Wij hebben een sterke emotionele band met elkaar en we doen zoveel mogelijk samen. Het klinkt ongelooflijk maar dit eenvoudig gezin lijkt niet gebukt te gaan onder de zware slagen die het lot hen uitdeelde.

Op de buffetkast ligt een karrenvracht ingepakte cadeautjes te wachten op Sinterklaas en Kerstmis. Voor wij vertrekken, kan ik niet nalaten te vragen hoe het komt dat de kinderen de pakjes nog niet hebben opengescheurd. Een trotse glimlach verschijnt op moeders gezicht: ,,Nog een truukje. Vroeger deden zij dat wel. Maar toen ik eens een jaar alleen lege dozen inpakte, stopten zij daar vlug mee.”

  Geen enkele professionele hulpverleenster die daar zou opkomen.